facebook instagram pinterest search twitter youtube whatsapp linkedin thumbup
mieke_gorissen_interview1

Interview Mieke Gorissen: olympische Marathonloopster en lerares fysica over hardloopvermogen

Vorig jaar verbaasde Mieke Gorissen zichzelf met een 28e plaats op de Olympische Spelen. Dit jaar doet ze er nog een schepje bovenop. In één maand tijd werd ze knap 19de op het Wereldkampioenschap Atletiek in Oregon en 13de op het Europees Kampioenschap marathon. Gorissen is op z’n zachtst gezegd aan het stunten. We strikken de Belgisch Limburgse lerares wiskunde en fysica net na de eerste hectische week van het nieuwe schooljaar..

Mieke, je bent 39 jaar en je loopt nog maar vier jaar wedstrijden. Je ontdekte je talent pas op latere leeftijd? Wat bracht je ertoe aan je eerste competitie deel te nemen?  

Eerlijk gezegd kan ik zelf nog steeds niet geloven waar het lopen mij al gebracht heeft.  

Ik liep al een groot aantal jaar, maar puur recreatief – quasi altijd dezelfde afstand, dezelfde tijd, hetzelfde tempo, netjes bijgehouden door de loopband. Heel af en toe waagde ik mij aan een wedstrijd, liefst lokaal. Meestal deed ik het niet slecht, maar het competitie-element bezorgde mij vaak veel stress, en dat vond ik niet zo leuk, ook niet naar mijn echtgenoot toe.

Maar in het voorjaar van 2018 werd ik op een estafetteloop (die ik liep als wederdienst voor een collega) plots opgemerkt door een trainer, en vanaf dan is eigenlijk alles in een stroomversnelling terechtgekomen. Ik liep vaker en vaker wedstrijden, ook als ‘atleet’ voor mijn atletiekverenining: op straat, op de piste, in het veld… en uiteindelijk ook kampioenschappen. Eerlijk gezegd kan ik zelf nog steeds niet geloven waar het lopen mij al gebracht heeft.  

Ondervind je als “laatbloeier” net voordelen of eerder nadelen? 

Goh… het voordeel is dat mijn lichaam nog wat marge heeft – ik doe nog geen jaren aan ’top’sport (al vind ik het moeilijk om dat voor mezelf zo te benoemen). En hoewel ik natuurlijk mijn leeftijd wel voel, lijkt de machinerie toch nog redelijk vlot te draaien, met dank aan mijn sportarts en mijn kinesist.

Het nadeel is natuurlijk dat ik nooit meer ga kunnen achterhalen of er meer had ingezeten – maar anderzijds denk ik dat mijn liefde voor het lopen echt gekomen is wanneer het in m’n leven paste. De puzzelstukjes vielen mooi in elkaar, het lopen zorgde voor balans. 

Je bent leerkracht fysica en wiskunde, heeft die kennis van de natuurkunde je al op een of andere manier kunnen helpen als hardloopster? 

Wanneer ik loop, wint gevoel het van de ratio, de fysica. Ik hoor soms wel dat een commentator zegt, ze heft haar knieën goed, ze trekt goed op haar armen, zij zal als wetenschapper wel precies weten wat ze doet, maar dat gebeurt dus vanzelf, ik denk er niet echt over na. Dat neemt niet weg dat ik het fascinerend vind om te observeren hoe anderen lopen: er bestaat niet één ideale looptechniek.

Ik kijk na een training wel graag naar mijn parameters – kloppen die met mijn gevoel? Hoe schat mijn horloge deze inspanning in, en wat denk ik zelf? Polar zorgt voor een bulk aan data, en helpt om die goed te interpreteren. Bovendien kun je ook een score toevoegen hoe de training aanvoelde, wat wordt meegenomen in de berekening van je Training Load. Daarnaast is het sowieso ook fijn dat alles netjes wordt bijgehouden en we daardoor op verschillende manieren naar een prestatie kunnen kijken. 

In welke mate laad je je leiden door (Polar) data bij een kampioenschap? Je vertrekt nooit mee met de kopgroep, maar geeft wel altijd de indruk dat je naar het einde van de race enkel maar opschuift en anderen inhaalt? 

Ik draag mijn horloge 24/7, dus niet alleen tijdens het trainen, maar ook om inzicht te krijgen in bijvoorbeeld mijn herstel. Mijn trainer volgt mij op die manier ook goed op: hij kijkt naar de reactie van mijn trainingshartslag na bijvoorbeeld een lange verplaatsing en andere (weers-)omstandigheden, en ook de rustpols en de hartslagvariabiliteit neemt hij mee in rekening om mijn trainingsbelasting precies goed te houden. Tijdens een wedstrijd kijk ik regelmatig wel op m’n horloge, maar meer als een bevestiging. Ik weet van mezelf dat als het goed draait, ik mijn tempo meestal redelijk lang kan aanhouden, en dat maakt dat ik dan soms inderdaad atletes kan beginnen inhalen richting de finish. 

Een blik achter de schermen. Hoe ziet een doorsnee trainingsweek eruit?

Ik train elke dag, maar de verdeling tussen looptrainingen en alternatieve trainingen wordt ingegeven door mijn lesrooster op school. Gelukkig houdt mijn trainer daar goed rekening mee. Zeker in het weekend loop ik graag voor dag en dauw, ook in de winter – heerlijk om de wereld even voor mij alleen te hebben, en om dan ook te weten dat ik daarna rustig voor school kan werken.

De schema’s die mijn trainer opstelt zijn geschreven op tempo, maar worden (ook) geanalyseerd op hartslag. Voor duurlopen volstaat daarbij meting aan de pols; voor tempowerk, en zeker voor intervallen, gebruik ik een borstband

Mijn leerlingen weten ook al dat ik tijdens het lesgeven wel eens door de klas durf te draven – hopelijk vinden ze dat niet te erg. Stilzitten is echt niks voor mij. 

Wat zijn voor jou de ideale weersomstandigheden voor een race?

Niet te koud, niet te warm – maar ik kan blijkbaar wel redelijk goed tegen de hitte. Ik ben wel een koukleum – dus tijdens het crossseizoen sta ik soms echt wel te klappertanden aan de start. Nu, het hoort erbij – en het weer is toch voor iedereen gelijk, het verbindt dus ook wat. Samen een beetje klagen aan de start (lacht).

Met welke guilty pleasure kan men jou plezieren na een race? 

Ondanks mijn intolerantie/aversie voor koude ben ik een ijsjesliefhebber! Maar omdat ik typisch al wat moeite heb met goed te eten vlak voor een wedstrijd (want: zenuwen!) kan ik er al enorm van genieten om na afloop opnieuw rustig te kunnen eten. Zeker in de winter kan dat echt smaken – na een marathon in de zomer is het soms wat duwen om de voedingsstoffen die mijn lichaam op dat moment vraagt binnen te krijgen. 

Het nieuwe schooljaar staat voor de deur. Hebben jouw Olympische prestatie en andere races een impact op de manier waarop jij voor de klas staat? 

Ik denk niet echt, al worden mijn leerlingen soms in het weekend wel geconfronteerd met hun leerkracht fysica die plots op televisie verschijnt – en dan krijg ik op maandag te horen… ‘goed interview, mevrouw!’. Over het lopen zeggen ze minder :). Mijn leerlingen weten ook al dat ik tijdens het lesgeven wel eens door de klas durf te draven – hopelijk vinden ze dat niet te erg. Stilzitten is echt niks voor mij. 

Bedankt, Mieke Gorissen!

Beeld: Karel Gorissen

Als je dit bericht leuk vindt, vergeet het dan niet te delen, zodat anderen het ook kunnen vinden.

Hou er rekening mee dat de informatie in de Polar Blogposts het individueel advies van gezondheidswerkers niet vervangt. Raadpleeg je arts voordat je aan een nieuw fitnessprogramma begint.

Meld je aan en ontvang 10% korting op je eerste bestelling